RI&E

De RI&E wordt volwassen vanaf 1 Juli 2022 is er veel veranderd M.B.T. van uw RI&E.

Per 1 juli 2022 verandert er veel m.b.t. uw RI&E

Vanaf 1 januari 1994 moeten bedrijven een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie hebben. Veel bedrijven hebben al meerdere malen de RI&E uitgevoerd. De RI&E is de basis voor minder ongevallen en verzuim. Het is de basis voor duurzame inzetbaarheid van de medewerkers. De RI&E wordt ook gebruikt om een effectief arbobeleid op te zetten.

Per 1 juli 2022 gaan de criteria van de RI&E en het toetsingsmodel van de RI&E veranderen. Hierdoor wordt de RI&E op een hoger niveau gebracht.

Uitvoering RI&E:  

De uitvoerders van de RI&E moeten alle arbeidsrisico’s inventariseren, inclusief de achterliggende grondoorzaken. De toevoeging achterliggende grondoorzaken houdt in dat de RI&E niet alleen een opsomming mag zijn van symptomen, maar dat de opstellers ook moeten onderzoeken hoe die symptomen zijn ontstaan. Dat zijn de feitelijke risico’s die zij moeten beschrijven: de achterliggende oorzaken van de risico’s (basisrisicofactoren).  
De uitvoerders moeten ook de risicobeperkende maatregelen voor de aanwezige risico’s beschrijven.
Er wordt gebruikgemaakt van de aanwezige gegevens uit de verzuimbegeleiding, het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts en de eerder uitgevoerde arbeidsgezondheidskundige onderzoeken.

De preventiemedewerker(s) is/zijn aantoonbaar bij de RI&E betrokken en heeft/hebben input geleverd.  
Er wordt gekeken of er een trendanalyse is uitgevoerd naar de achterliggende grondoorzaken (systeemfactoren) van de ongevallen.  
Aandacht wordt besteed aan de taken, positie, tijd en invulling en het deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker. 
Deze criteria maken een belangrijke verbeterslag in de RI&E mogelijk. In plaats van te kijken naar  oppervlakkige symptomen, kijken we naar de werkelijke risico’s op de werkvloer. Door die knelpunten vervolgens structureel aan te pakken, werken organisaties echt aan gezonder en veiliger werksituatie.

Toetsing van de RI&E:

Toetsing is een middel om de kwaliteit van de RI&E te verhogen. Voor een betere toetsing maakt de Arboregeling binnenkort onderscheid tussen de systeemtoets, ook wel globale RI&E, en de scopetoets. De afgelopen jaren mocht elk van de aangewezen kerndeskundigen de hele RI&E toetsen. Voor dit jaar  geldt bij het toetsen van een RI&E een tweedeling in een systeemtoets en een scopetoets.  Naar verwachting zal de Arboregeling in de loop van het jaar worden aangepast.

Systeemtoets

Bij een systeemtoets of algemene toets kan elk van de vier kerndeskundigen de RI&E beoordelen op vier algemene criteria. Dat zijn volledigheid, betrouwbaarheid, actualiteit en actuele inzichten. Bij ‘volledigheid’ kunnen zij op systeemniveau kijken naar alle deelaspecten van arbeid belastende factoren. De systeemtoets is een beperkte toets. Met hun basiskennis van het volledige Arbo-vakgebied checken de kerndeskundigen eigenlijk alleen of over de hele breedte invulling is gegeven aan de wettelijke verplichtingen.

Scopetoets

De scopetoets gaat veel dieper in op de afzonderlijke vakgebieden. Het gevaarlijke stoffenbeleid bijvoorbeeld zal getoetst moeten worden door een arbeidshygiënist. Werkdruk zal getoetst moeten worden door een AO-er.

Wat houd de nieuwe wetgeving voor u in:

–         De nieuwe RI&E is van hogere kwaliteit

–         Zorg voor de keuze van het uitvoeren van de RI&E of bekend is hoe en door wie de RI&E uitgevoerd wordt.

–         De RI&E zal meer kosten omdat er meer Arbodeskundigen bij betrokken worden.

–         Zorg dat uw RI&E actueel is.